Dwalen in het antropoceen – Rene ten Bos
René ten Bos, onlangs verkozen tot Denker des Vaderlands, heeft een intrigerend boek geschreven over de mens in deze tijd, welke hij aanduidt met ‘antropoceen’. Je kunt zijn boek ‘Dwalen in het antropoceen’ lezen als het verslag van een pijnlijke trektocht door de geschiedenis van de mens op schoenen die knellen en uiteindelijk zere blaren opleveren. Ten Bos schreef het boek in de afgelopen zomer toen hij vanuit Nijmegen naar Vladivostok reisde; een tocht die hem inspireerde, maar – zo kan ik mij voorstellen – ook confronteerde met zijn eigen geschiedenis en die hij liet passen in het grote geheel van complexiteit, meerduidigheid en verwarring.
Wat bedoelt Ten Bos met ‘antropoceen’, waarom is sprake van een pijnlijke trektocht en is er een uitweg? Antropoceen duidt op een tijdperk waarin mens en planeet met elkaar in gevecht zijn. Is de mens de hermelijn die het konijn bijna doodbijt, of moeten we rekening houden met een definitieve eindafrekening en staat het konijn op om met een geweldige klap de hermelijn te vellen? Antropoceen staat dus voor deze tijd die al even duurt en waarin de normale warmte-koude klimaatwisselingen op aarde doorbroken worden door het handelen van de mens. Dit handelen komt voort uit een misplaatst superioriteitsgevoel van de mens ten opzichte van de natuur. De natuur wordt daarin gereduceerd tot object en als zodanig bestudeerd (natuurwetenschap) en getransformeerd tot commodity (kapitalisme). Nu het lijkt alsof we op ecologische grenzen stuiten en cascades van catastrofes ons deel worden, raken we in verwarring en soms in paniek en vallen voortdurend terug op oud denken en op wat Ten Bos geo-engineering noemt. Daarmee bedoelt hij het nauwgezet meten en oplossen van problemen door analytisch van hoog naar laag te werken, van groot naar klein en van gecompliceerd naar eenvoudig. Een pliocene wanhoop maakt zich van ons meester, omdat we niet meer weten wie we zijn en waar we heen gaan. Ons dagelijkse verstand, dat gebaseerd is op oordelen en ordenen, blijkt volstrekt ontoereikend om – wat Ten Bos de onpeilbare diepten en complexiteit van ecosystemen noemt – te begrijpen.