Bureaucratie is een inktvis van René ten Bos
De mens is in essentie uniek, singulier en creatief, dus geen bureaucratisch dier. De bureaucratie bedreigt deze eigenschappen en het paradoxale is dat de mens zich verrassend goed thuis voelt in de bureaucratie, zeker als we bevredigd worden door een consumentistisch sausje.
Ten Bos wil het denken over bureaucratie bevrijden uit de ‘klauwen’ van de bedrijfskundige. In onze auditsamenleving overheerst het geïnstitutionaliseerde vertrouwen en niet het vertrouwen dat gewone mensen in elkaar hebben. Kennelijk vertrouwen we niet langer te vertrouwen.
In een voetnoot over Peter Sloterdijk ligt een belangrijke drijfveer van Ten Bos besloten wanneer het gaat over de complexiteit van de huidige samenleving en de huidige politiek. Dat vraagt om een hyperpolitiek (zie hieronder), maar die is nu juist gefrustreerd door lokale wrok en woede als gevolg van een te veel aan bureaucratie en een politiek die geen durf toont om een synthese te formuleren over wat er werkelijk aan de hand is. De uitdaging voor Sloterdijk – en Ten Bos lijkt daarmee in te stemmen – is dat we om moeten leren gaan met duurzaamheid; een lastige opgave in deze overgangsfase waarin we leven. Daarmee lijkt Sloterdijk te preluderen op een andere tijd, waarin de mens in samenwerking z’n eigen verantwoordelijkheid weer pakt en niet leunt op bureaucratische steunstructuren, die uitgewerkt zijn.
De inktvis als bureaucratisch hyperobject
Ten Bos vergelijkt bureaucratie met een inktvis. Het gaat om relatief intelligente beesten, meesters in de camouflage met het creëren van inktgordijnen. Een beest, dat bij verlies van een tentakel prima door kan leven doordat het zichzelf regenereert. Bovendien lijken de tentakels, los van het centrale brein ook over breinachtige elementen te beschikken. De vergelijking met bureaucratie dringt zich dus op:
- We zien slechts een glimp van ze, ze geven zich niet bloot
- Het beest is groot en meester in de camouflage techniek
- Er is sprake van gespreide intelligentie
Vervolgens geeft Ten Bos aan dat bureaucratie niet langer moet worden gedacht als een organisatievorm of als een manier van organiseren, maar als een hyperobject (vgl. Timothy Morton). Met een hyperobject verwijst Morton naar zaken die een enorme verspreiding in ruimte en tijd hebben (zwarte gaten, globalisering, extinctie van soorten, milieucrisis, kapitalisme, regenwouden, etc.), zaken die zo groot zijn dat we er in lijken te verzinken. Alsof het ons onmogelijk wordt gemaakt om er ons op een uitwendige manier toe te verhouden. Het subject – wij dus – bevinden ons in dat object. Enerzijds leven we dus in een ding-wereld die we kunnen ervaren en waarnemen (muntstuk, kopje, gras), anderzijds leven we in een conceptuele wereld die we hooguit kunnen benaderen en die het moeilijk maakt om het te veranderen, juist omdat we er zelf deel van uitmaken en er voor verantwoordelijk zijn (interpretatie PM). Er zitten zoveel perspectieven aan die we kunnen belichten, dat we nooit de waarheid in handen krijgen…….
Lees de pdf