Nederland op doorbreken; een vernieuwend perspectief voor een land in crisis, evolutionaire ontwikkeling van de Nederlandse samenleving van Wilbert van Leijden en Paul Zuiker
Het boek maakt gebruik van de inzichten van de theorie van Spiral Dynamics, beschrijft de geschiedenis van de mensheid in termen van bewustzijnsontwikkeling en past deze ook toe op de Nederlandse situatie. Deze wordt een complexe mozaïek samenleving genoemd.
De voorloper van het SD-model, Clare Graves, verbond de fysiologische, psychologische en sociologische kanten van de menselijke evolutie met elkaar en constateerde dat de drijvende kracht achter dit systeem de voortdurende aanpassing van de mens aan de complexiteit van de leefomstandigheden is. Het integrale kader dat hij aanbiedt geeft een verklaring voor ontwikkeling, maar maakt ook complexiteit en dynamiek inzichtelijk.
Don Beck en Christopher Cowan hebben het gedachtengoed vertaald in de vorm van het SD_model en hebben het toepasbaar gemaakt voor mens, organisatie en samenleving. Het begrip emergentie heeft een centrale plaats en staat voor het vermogen van het menselijk bewustzijn om als de leefomstandigheden dat vereisen, een sprong te maken naar een nieuw stadium en alle eerdere stadia een nieuwe plaats te geven.
Het proces en de begrippen
Het menselijk lichaam, het menselijk bewustzijn en de menselijke samenleving hangen met elkaar samen en de overeenkomst is ook dat ze zich sprongsgewijs ontwikkelen als de leefomstandigheden veranderen en een nieuw wereldbeeld ontstaat. Graves noemt deze ingrijpende veranderingen verticale veranderingen. Daarnaast is sprake van grote en kleine aanpassingen die de mens vanuit het inmiddels geactiveerde wereldbeeld tot stand kan brengen. Dit zijn de horizontale aanpassingen.
Dat komt enigszins overeen met de leer- en verandertheorieën die spreken over 1e , 2e, 3e en volgens ons ook 4e orde leren: van What via How naar Why, ofwel van verbeteren, naar vernieuwen naar veranderen. In de ontwikkeling van de mensheid ziet Graves dat er een aantal stappen worden gezet, die noemt hij bestaansniveaus. Bij een nieuw bestaansniveau verdwijnen de andere naar de achtergrond, maar nooit helemaal uit beeld. De eerdere niveaus vormen juist het fundament onder het nieuwe niveau. Zodra de leefomstandigheden zich wijzigen, kunnen die oude bestaansniveaus weer naar voren komen. Nadat de mens anders is gaan denken, richt hij zijn samenleving opnieuw in. Dit leidt weer tot nieuwe problemen of leefomstandigheden, die weer tot een nieuw denken aanleiding geven. Graves theorievorming sluit aan bij zowel de westerse filosofie ( dialectiek met een opgaande ontwikkelingslijn) en de oosterse filosofie (cyclische ontwikkelingsproces van ik en wij). Elke verticale verandering wordt vooraf gegaan door een periode van verwarring en frustratie. Tot zijn ontzetting constateert de mens dat zijn bestaansniveau niet meer voldoet om met de actuele leefomstandigheden om te kunnen gaan. Alleen wanneer hij bereid (Wil) en in staat (Hoofd en Hart) zijn bestaansniveau achter zich te laten, wordt het mogelijk zijn bewustzijn te verruimen en een nieuw bestaansniveau te activeren en tot ontwikkeling te laten komen.